woensdag 28 november 2012

Rogasmic!
Roganic | London

Simon Rogan is zonder enige twijfel de meest vernieuwende en inspirerende jonge chef van het moment in Groot-Brittannië. Gerespecteerde foodcritics schuwen de vergelijking met Heston Blumenthal en Ferran Adrià niet. Met drie restaurants en een onderzoeks- en designlaboratorium achter zijn naam is die vergelijking ook niets overdreven. Met zijn restaurant L'Enclume aan de rand van het Lake District veroverde Rogan zopas zijn tweede Michelinster en in The Good Food Guide scoorde hij als enige samen met Blumenthal een onberispelijke 10/10. Bij het grote publiek is hij bekend als winnaar van het dessertgedeelte van the Great British Menu 2012. In de andere onderdelen van deze wedstrijd eindigde hij trouwens steeds in de top-3. De vergelijking met René Redzepi wordt ook dikwijls gemaakt, maar gaat niet helemaal op wanneer dit impliceert dat Rogan een follower van Redzepi zou zijn. Beide chefs zijn onafhankelijk van elkaar en vanuit hun eigen biotoop tot ongeveer dezelfde filosofie over eten gekomen. Wie het Cartmel schiereiland en het Lake District een beetje kent, weet dat Rogans op en top Britse keuken niet schatplichtig is aan de Nordic Kitchen.

In juni 2011 opende Rogan zijn derde restaurant RoganicRogan & Company ook in Cartmel opende in 2008 – als een tweejarig pop-up concept in de trendy en dure Londense buurt Marylebone. In juli 2012 loopt het huurcontract af en is het onherroepelijk gedaan met dit restaurant. Maar Rogan blijft in London, zoveel is zeker. De schaarste en dus exclusiviteit die het pop-up concept met zich meebrengt, het duurdere prijskaartje van de menu's en de naam en faam van Rogan zorgden van meet af aan voor een gevuld reservatieboek. Slim bekeken. Nu bijna anderhalf jaar na de opening zijn alle Londense foodies gepasseerd en is het wat makkelijker om een tafeltje te boeken. Wat me vorig jaar niet lukte, is nu met enkele klikken en maar een paar dagen vooraf geregeld. Nochtans heeft het restaurant zowel tijdens de lunch als het diner nog steeds een bezetting van 100%.

Je moet geen kernfysicus zijn om te zien dat Roganic een woordspelletje is met Rogan en 'organic'. Als exponent van de Nieuwe Keuken werkt Rogan zowel in L'Enclume, Rogan & Company als in Roganic met lokale en bij voorkeur biologische producten die voor een groot deel van zijn eigen boererij uit het Lake District komen. Zijn uitgepuurde manier van innovatief koken en het gebruik van kruiden, bloemetjes, blaadjes en takjes waarvan je het bestaan niet eens kon vermoeden, vormen zijn signatuur. Evenals zijn no-nonsense aanpak: geen dress-code en enkel een keuze tussen een vegetarische of een niet-vegetarische 3-gangenlunch (£29) of een 6- (£55) of 10-gangenmenu (£80). In L'Enclume drijft hij het zelfs nog verder en krijgt geen enkele tafel dezelfde gerechten voorgeschoteld. Eigenwijs. In de menu's van Roganic worden trouwens ook classics uit het L'Enclume-repertoire opgevoerd.

De gevel en het interieur zijn minimalistisch-Scandinavisch en stralen een rust uit die de juiste omgeving biedt voor de aangename buzz die binnen heerst. Hoewel het restaurant klein is en op volle bezetting draait, is de akoestiek goed en kan ik mij met rustige stem verontschuldigen voor het feit dat ik bijna een half uur voor het afgesproken uur opdaag. Net op tijd realiseerde ik me dat het 10-gangenmenu waarop ik mijn zinnen had gezet slechts tot 14u. wordt geserveerd. Als ik direct ga zitten, dan kan het nog net, volgens de waiter.

Er wordt meteen een houten kistje gebracht met spelt-, pumpernickel- en aardappel-karnemelkbroodjes en op een kei komt boter die met Maldon zout werd opgeklopt. Ik krijg twee amuses die het voorspel zijn voor de veelvuldige hoogtepunten die de volgende twee-en-een-half uur volgen. Smaak, textuur, combinatie en presentatie: het zet meteen aan tot een gesprek met het enthousiaste en goed geïnformeerde zaalpersoneel. Zonder enige moeite geven ze uitleg over de producten, hun herkomst en hun bereidingswijze. En ze doen dat op een zodanige ongedwongen manier dat het lijkt alsof ze hun rekeningen betalen met alleen al het plezier van hier te mogen werken. Ik drink daarbij een mooie en knapperige schuimwijn van eigen bodem. Hoezo de Britten kunnen geen wijn maken?

In een rustig maar strak tempo komen de verschillende gerechtjes op tafel. Het ene al meer breatthtaking dan het andere. Het menu is doordrongen van de visie en de creativiteit van Rogan en zijn head chef Andrew Tomlinson die hier aan het werk is. Bij elk bord dat uit de kleine keuken in de kelder komt, overtreft de keukenbrigade zichzelf.

Als eerste gerecht krijg ik een regelrechte classic uit de portfolio van L'Enclume geserveerd: 'Grown-up egg yolk from the golden egg, celeriac and garlic'. De humor en de magie van dit gerecht zit er hem in dat de eidooier de gelegenheid heeft gekregen om uit te groeien tot een volwaardige kip en dat daarvan een kippenbouillon is gemaakt die gesferifieerd werd tot een eidooier. Een emulsie van groentenbouillon, zorgt voor een fris-smeuïg mondgevoel en de wilde selderblaadjes en look geven scherpte aan dit gerecht. De knisperige gepofte rijst contrasteert hierbij met de oozige dooier. Een sterke opener.

Op het volgende bord komen dumplings van Keen cheddar, lichtjes bestrooid met zoethoutpoeder, in een crème van ui en een soepje van waterkers en afgewerkt met gebrande ui en een jonge rode bosui. [Keen’s dumplings, cream of onion, nasturtiums and liquorice powder].

Anticiperend op de volgende gangen, informeer ik naar de bierkaart en spot ik Unsworth’s Yard Cartmel Peninsula, een bittere en amberkleurige Lancashire Ale die me terugvoert naar mijn tijd als Northener. De karamel en de florale mout passen perfect bij de volgende twee gerechten. Eerst is er rauwe makreel in olie van houtskool met schijfjes rode biet en zure appel [Raw mackerel in coal oil, beetroot and apple]. Een fris opstapje naar alweer een gerechtje uit L'Enclume: erfgoedaardappelen en zwezerik van eend met venkelzaadjes, kool en kaaswrongel [Heritage potatoes, fennel seeds, curds, cabbage and duck sweetbreads]. Bij de opening van de zaak heetten de aardappelen nog 'vintage potatoes' maar omdat de Londenaars daar een neusoptrekkend tweedehandsgevoel bij hadden, werd snel de erfgoedkaart getrokken.

Halfweg, en het voorgaande was een goed opgebouwde aanloop naar wat voor mij het absolute hoogtepunt van deze lunch vormt. Over het vijfde gerecht geraak ik amper uitgepraat, en dit bord alleen is de overtocht naar London meer dan waard. Texturen van jonge winterwortel met kleine gesauteerde champignonnetjes en blokjes koeietong met een olie van dille en een dot karnemelkroom. [Sugarsnax carrots with beef tongue, dill and buttermilk]. Dit is geen sex meer, dit is subtiele maar o zo verslavende erotiek die zorgt voor een heviger en langer smaakorgasme dan ik ooit heb meegemaakt. De aards-zoete smaken van dit op en top terroirgerecht krijgen een zilt-zoete sparringpartner met de handgedoken coquilles met een crème van butternut, kroepoek van gerst en zurkel [Sea dived scallop, dragon’s egg, sorrel, barley and butternut]. Manmanman. Hierna moet ik even bekomen en dat doe ik met zaalmanager Richard die een praatje komt maken en mij terloops laat weten dat Kobe Desramaults In de Wulf al jaren op zijn wish list staat.

Een lang rust is mij niet gegund, want de laatste twee gerechten van het hartige gedeelte worden ingezet. Eerst komt een mooi stukje op vel gebakken pladijs met gebrande jonge prei, venusschelpjes en een anjerachtige zeegroente die in het Engels 'sea sandwort' heet [Plaice and leeks, cockles and sea sandwort]. Daarna krabbelen we terug aan land met een stukje parelhoen, cantharellen, schijfjes van een in zoutkorst gegaarde raap en duizendblad [Reg’s guinea hen, chanterelles, salt baked turnip and yarrow].

Ik krijg nog twee desserts voorgeschoteld. Omdat ik geen dessertenmens ben, kunnen ze mij maar matig boeien. Vooral de Cumbrian stout in blackberry, liquorice and sea buckthorn is een misser. Het laatste dessertje met peer en kastanje kan me meer bekoren. Dit is overigens een nieuwtje en komt pas de week erna op de kaart. Bij de muntthee krijg ik nog een milkshakeje en een cakeje.

Met de amuses en de thee erbij ben ik twaalf gangen verder en fris als een hoentje. Dit is Britse gastronomie op wereldniveau. Na de sterke intro met de Golden egg egg yolk vreesde ik dat dit niveau niet tot het einde kon worden aangehouden, maar de chef proved me wrong. Een zorgvuldig opgebouwde wandeling langsheen het beste van het Britse land en het lekkerste uit de zee zorgde voor meerdere hoogtepunten. Dit is veruit het beste wat ik ooit op restaurant heb gegeten. Dat belooft voor mijn trip naar L'Enclume volgend jaar. Maar ik kom hier eerst nog eens terug voor de zaak dicht gaat. En de prijs? Ach voor dat bedrag heb je in deze Londense buurt nog geen uurtje plezier met een klassedame, en dan heb je nog niet eens gegeten.

[Edward Vanhoutte]

Datum bezoek: 16 november 2012

Roganic - Andrew Tomlinson & Simon Rogan | Blandford Street, 19 | W1U 3DH London | UK | +44 20 7486 0380 | van dinsdag tot zaterdag van 12u. tot 14u.30 en van 18u. tot 21u. | http://roganic.co.uk | E: info@roganic.co.uk | T: @roganic

donderdag 22 november 2012

Not just bread and circuses
Bread Street Kitchen | London

Terwijl ik me aan de lange kronkelende bar nestel en het cocktailmenu bekijk, komt restaurantmanager Luca mij begroeten. Mijn bezoekje aan de Londonse Brasserie Bread Street Kitchen had hij via al Twitter opgemerkt. Attent. Niet lang daarna komt ook de general manager mij de hand schudden, en word ik geïntroduceerd bij bartender Piotr. Bij de gezellige babbel bestel ik een Jasmine Spring (£10). Grey Goose Vodka die met jasmijn werd geïnfuseerd, jasmijnthee en limoensap worden samen met ijs krachtig geshaked en gestraind in een fluitglas dat wordt afgetopt met Prosecco. De stimulerende en opwekkende smaak van de jasmijn combineert perfect met het zuurtje van de limoen en het sprankelend brute van de prosecco. God's gift.

Vanaf de bar heb ik een mooi zicht op de enorme zaak die industrial chic werd aangekleed door Gordon Ramsays vaste interieurarchitect Russell Sage. De combinatie van vintage art-deco elementen in een chique warehouse setting is een winner. De drie lange bars en open keukens aan de ene kant van de zaak zijn voldoende ver weg van de verschillende eetruimtes die door organisch kronkelende lederen banken van elkaar zijn gescheiden. Wie hier eet, heeft niet het gevoel in een mega-zaak terechtgekomen te zijn, alhoewel er op een avond vlot 300 couverts worden bediend. Samen met Barbecoa, het barbecue-restaurant van Jamie Oliver en Adam Perry Lang waar ik de beste herinneringen aan overhoud en dat aan de overkant van de straat gelegen is, is dit het tweede restaurant van deze omvang in de buurt van St. Pauls. En dat er ruimte is voor beide zaken bewijst deze middagservice met 100 à 150 couverts.

Omdat ik al vanaf 12u. post heb gevat aan de bar, zie ik het restaurant langzaamaan vollopen. Als er genoeg buzz en ambiance is, besluit ook ik te verkassen naar mijn tafeltje. Wat me meteen opvalt, is de professionaliteit van het ruim aanwezige zaalpersoneel dat efficiënt wordt aangestuurd door de verschillende managers. Zelf zijn ze overigens ook niet te beroerd om even in te springen, gevallen bestek op te rapen, of een tafel opnieuw in te dekken. Aan tafel word ik meteen, en zonder verdere uitleg, verwelkomd met een presentje van de zaak: een lekkere en friszure cocktail die meteen de smaakpapillen openzet. Omdat ik na mijn Jasmine Spring ook nog een Bramble met Hendricks (£8.95) heb gedronken is dit mijn derde cocktail op een half uurtje tijd. Toe maar.

Er worden meteen een aantal zeer lekkere mini-stokbroodjes gebracht samen met de menukaart. De keuze is ruim met zeven koude en acht warme voorgerechten, vier salades die als voor- of hoofdgerecht kunnen worden besteld, veertien hoofdgerechten, zes bijgerechten, negen desserts en twee dessertcocktails. Ik laat mijn oog direct vallen op de oesters met komkommer en bieslookvinaigrette (£12.50), maar die blijken vandaag niet van voldoende kwaliteit te zijn om te serveren. Een recente storm op de Noordzee zou hiervoor verantwoordelijk zijn. Ik vraag dan maar aan mijn waiter Marco wat ik zeker moet proeven en hij raadt mij de filet van wrakbaars met avocado, mierikswortel en gember aan (Stone bass fillet with avocado, horseradish and ginger - £10.00). Het siert hem dat hij het een na goedkoopste voorgerecht suggereert. Na een korte wachttijd wordt mijn voorgerecht geserveerd uit de open keuken achter mijn rug. Ik krijg een mooi bord waarop de friszure smaak van de poepverse en flinterdun gesneden baarsfilet en de gepekelde gember diepte krijgt door de scherpte van mierikswortel. De zachte avocadocréme zorgt voor een mooie smaakbalans. Een lekkere opener.

Ongevraagd wordt mij een tweede voorgerecht ingezet. Aangeboden door chef Erion Karaj die blijkbaar ook al van mijn aanwezigheid op de hoogte is. De pint London Pride (£4.50) die ik heb laten aanrukken past perfect bij de vier ferme kippenvleugeltjes die in de houtoven zacht werden gegaard in een dikke en kleverige tamarindesaus met verse koriander en lenteuitjes (Tamarind spiced chicken wings, spring onions and coriander - £8.00). Heerlijk fingerfood. En dat heeft ook Marco opgemerkt die tussendoor mijn servet komt verversen.

Als hoofdgerecht voel ik wel wat voor het traaggegaard buikspek van het Dingley Dell varken uit Suffolk. (Slow-roasted Dingley Dell pork belly & spiced apple sauce - £16.00). Omdat ik geen fruit bij mijn maaltijd lust, laat ik de appelmoes vervangen door winterbonen met rozemarijnboter (Winter beans with rosemary butter - £3.50) en daarbij neem ik ook nog handgesneden frieten (Hand-Cut Chips - £3.50). Mijn blijkbaar vreemde keuze wordt nog eens door de manager gecheckt; de spiced apple sauce blijkt een topper in het restaurant te zijn. Maar ik pas. Het smakelijke buikspek met krokante korst is ook gegaard in de houtoven en is botermals. Voor wie al twee voorgerechten op heeft is de portie aan de forse kant. Het winterassortiment boontjes zorgt voor een aangename aanvulling, maar de overigens perfect krokantgebakken dikke frieten had ik gerust achterwege kunnen laten. Het valt me overigens op dat er nooit een peper- en zoutvat op tafel komt. Maar dat hoeft ook niet, het eten is mooi afgekruid.

Na deze, zeg maar copieuze, maaltijd kan ik het toch niet laten even de dessertenkaart te bekijken en voor ik er erg in heb, is de chocolademoelleux met muntijs al besteld (Chocolate fondant & mint chip ice cream - £8.50). Ik neem er geen bijpassend dessertwijntje bij om mijn alcoholniveau wat te laten zakken. Maar dat is buiten de waard gerekend. Letterlijk. Want manager Luca brengt met een dessertcocktail van de zaak om het kwartiertje te overbruggen dat de moeulleux in de oven moet. De Bread Street Chocolate (£8.50) is een vanillevodka die geshaked werd met gesmolten witte chocolade en crème de cacao en doet uitstekend dienst als overgang naar het dessert dat strak wordt gepresenteerd. De combinatie van muntijs met de perfecte, en dan bedoel ik ook dé perfecte chocolademoelleux, is op en top Brits.

Om het helemaal af te ronden, drink ik nog een Darjeeling thee (£3.50) en betaal daarna met de glimlach £73.07 (waarvan £8.12 voor de bediening). Zonder de dranken en de thee is dat £38, wat zeer redelijk geprijsd is voor de kwaliteit die op het bord komt. Reken daar het interieur en de vriendelijkheid van het personeel bij, en dit is een topadres in London. En ik schrijf dit niet alleen omdat ik zo goed gesoigneerd werd. Daar kijk ik heus wel doorheen.

[Edward Vanhoutte]

Datum bezoek: 15 november 2012

Bread Street Kitchen - Erion Karaj & Gordon Ramsay | Bread Street 10 | EC4M 9AJ London | UK | +44 20 3030 4050 | van maandag tot vrijdag van 7u. tot 23u. en zondag van 11u. tot 20u. | http://www.breadstreetkitchen.com | T: @breadstkitchen