maandag 13 februari 2012

Momo stalletje - Rash Behari Avenue, Kolkata

Ik vind het altijd wat vreemd als Proefmans in zijn wekelijkse bespreking voor het bijna-glossy magazine een toevallig adresje in Bolivië uit zijn heuptasje schudt en er dan lovend over schrijft - behalve over de wijn dan, want die miste wat mineraliteit. Alsof de hele mannenkookclub van Zillebeke met de opbrengst van de jaarlijkse barbecue een charter zal inleggen om kennis te maken met de plurinationale culinaire hoogtepunten van restaurant Potosi. Vrouwen en kinderen moeten natuurlijk wel bijleggen, want zoveel bracht die barbecue nu ook weer niet op. Maar, alla, als Proefmans zegt dat het daar goed vreten is, dan verhuizen we de hele mob, toch? Die mens moet zijn vakanties ook gefinancierd krijgen, vandaar het wervende stukje over de perfecte changa de conejo oftewel maaltijdsoep met stukjes hamster die saar op het kindermenu staat. Maar... vreemd is goed en omdat er nog duchtig wordt gediscussieerd over de besteding van de opbrengst van de volgende clubbarbecue alvast de volgende tip.

Zo bevond ik me recent op de Rash Behari Avenue in Kolkata, waar moeder Theresa zeker nog enkele zieltjes heeft proberen te winnen, toen er zich een hongertje manifesteerde. Nu moet het toch wel lukken dat die avenue, zoals ongeveer elke straat in Kolkata, vergeven is van de eetstalletjes zeker? Toen ik zowat aan het rondneuzelen was wie van de straatchefs het beste zijn handjes had gewassen, arriveerde ik plots op een houten bankje voor een momo-stalletje. De momoman van dienst was op dat moment al vrolijk de ingrediënten voor de vulling aan het prakken met zijn rechterhand. Twee tandenloze supporters prezen zijn waren aan: 'Very good, Shri, you like'. 'Doe mij maar een menuutje momo', probeerde ik in mijn beste Bengali, en na luttele seconden werd mij een bord aangereikt met zes gestoomde en gevulde envelopjes, een kommetje kippensoep en een scherpe rode saus. Er was zowaar een vork en een plastieken lepel inbegrepen in de prijs. Ik slurpte eerst van de goed afgekruide en fel gepeperde soep. Ik proefde een heerlijk geconcentreerde kippenbouillon met gember, look, wortelen, lente-ui, curcuma en peper, en begon er zowaar van te snotteren. Niet omdat ik de emotie niet meer de baas kon, maar omdat de specerijen en vooral de peper mijn sinussen plezant kriebelden. Maar soit, wie niet tegen spicy food kan, heeft in India niets te zoeken. De eerder zachte smaak van de momo vormde een goed tegengewicht voor de soep, maar dat werd dan weer ongedaan gemaakt door de scherpe rode saus die ik na één momo links liet liggen. De gestoomde envelopjes waren gevuld met een evenwichtig en licht zout-zoetig mengsel van fijngesneden kip en gefruite ui, wortel, gember en what have you. Ik proefde ook wat chili en sojasaus, of de indische variant.

Terwijl ik aan het slurpen, snotteren en smekken was, probeerden de tandenlozen zowaar een praatje met mij te maken. 'You student?' vroegen ze. Nu had ik net een kap- en scheerbeurt achter de oren bij mijn vaste kapper die zijn zaakjes op dezelfde avenue onder een boom regelt, maar zo jong ziet mijn goedverzorgde kop er nu ook weer niet uit. Tenzij men er in India graag een lang studietraject op na houdt. 'No no,' probeerde ik het gesprek gaande te houden, 'I'm lecturing at Jadavpur University', waarop de spitsbroeders het gesprek voor gezien hielden en onder elkaar verder mummelden. Ik was dan wel in Kolkata, maar dat momo eigenlijk geen lokaal gerecht was, kon me op dat moment geen hol schelen - en nu nog niet trouwens. Ik had voortreffelijk geluncht en vooral vierkant mijn voeten geveegd aan de waarschuwingen om als toerist geen streetfood te eten. Dikke nonsens. Wie zijn ogen wat opentrekt, ziet heus wel waar het koosjer happen is.

Een dessertkaart kwam er niet, dus rekende ik maar af met de vertaalhulp van de mannen die verder gewoon op dat bankje zaten te zitten. Ik had blijkbaar geopteerd voor het arrangement van twintig roepieroepies. Omdat dat ongeveer dertig eurocent is, gaf ik momoman een briefje van vijftig en gebaarde ik dat hij de rest mocht houden, wat een fel protest uitlokte van zowel momoman als zijn overjarige fanclub. Nu kunnen ze eens een toerist rollen en dan doen ze het niet. Ik ben daar als een geit op spicecake weggerend en was blij dat ik vooraf een foto had genomen. De volgende middag heb ik hen niet meer teruggezien. Met de winst waren ze waarschijnlijk net zelf gaan lunchen.

Momo-stalletje | Rash Behari Avenue - ter hoogte van Deshapriya Park | Kolkata | India

Geen opmerkingen:

Een reactie posten